maandag 29 november 2010

Instanties

Mijn partner en ik verloren in september allebei een ouder; hij zijn moeder, ik mijn vader. Normaal heeft een mens al heel wat bemoeienis met instanties. Maar als er een ouder overlijdt dan komen daar een paar extra contactmomenten met instanties bij. Meestal omdat zaken nooit in één keer goed geregeld worden.

Ook al ‘zeggen ze’ dat de gemeentelijke basisadministratie (GBA) allerlei instanties op de hoogte stelt van een overlijden, je weet helaas uit eigen ervaring dat je nergens op kan rekenen. Dus je pakt na de begrafenis of crematie de telefoon en belt zoal naar: het ABP, de belastingdienst (IB), de belastingdienst (zorgtoeslag), de belastingdienst (huurtoeslag), het CAK, de ziektekostenverzekeraar, de Sociale Verzekeringsbank (AOW), de uitvaartverzorger over asbestemming en dankbetuigingen, de steenhouwer over de tekst in de steen, de bank om het tegoed van een begrafenisverzekering los te weken, Natuurmonumenten om een lidmaatschap op te zeggen, idem de personeelsvereniging waarvan overledene nog steeds uitnodigingen voor uitjes ontvangt, Ziggo om het tv-signaal stop te zetten, de thuiszorgwinkel die de scootmobiel moet ophalen, het zorgloket van de gemeente over het ophalen van een seniorenbed (geleverd door weer een andere thuiszorgwinkel) etc. Mocht u onverhoopt binnenkort met dit bijltje moeten hakken, dan heeft u vast een summiere checklist.

Laat ik er wat uitlichten.

CAK: ‘Ja mevrouw, we hebben het doorgekregen van de GBA; het is al verwerkt in de administratie. Waarschijnlijk ontvangt u binnenkort een restitutie over twee niet-genoten zorgweken in september.’ Kort daarna vallen vier enveloppen in de brievenbus. Twee voor moeder, twee voor erven van overleden vader. Bevestigingen van overlijden, aankondigingen van nieuwe beschikkingen. Half oktober ontvangen we: nieuwe beschikking voor moeder; nieuwe beschikking met acceptgiro voor vader: betalen graag over twee weken september en de hele maand oktober. Vader is al die tijd al overleden. Bellen maar. CAK: ‘Ja, nee, dat klopt natuurlijk niet. Excuses. Die 1035 euro hoeft u niet te betalen. Mevrouw, deze factuur blokkeren wij, de restitutie over september volgt binnenkort.’ Begin november: brief met nieuwe berekening van CAK voor overleden vader: binnenkort ontvangt u 1035 euro over oktober (?!) en restitutie september. Zucht! Laat maar.

Ouders wonen ruim twee jaar in een AWBZ-instelling (zorg met verblijf). We hebben een ordner vol brieven, beschikkingen en overzichten van het CAK en een baaierd aan gepleegde telefoontjes om kromme zaken recht te trekken.

Partner probeert tot afspraken te komen met de bank die de kleine begrafenisrekening beheert van moeder. Bank is opgegaan in andere bank en heeft regionaal vertegenwoordiger. Partner belt en stuurt schriftelijk verzoek - met gevraagde bescheiden - tot vrijgeven van de rekening. Bank niet tevreden. Wil akte van erfrecht (duur notarisstuk). Stond niet als vereiste in de voorwaarden en is niet in verhouding tot bedrag op de rekening. Bellen dus met regiovertegenwoordiger. Wil niet om. Bellen dus met hoofdkantoor (erg moeilijk te vinden), wil niet om. Verwijst terug naar regiovertegenwoordiger. Bellen maar weer. Wil niet om, maar rekening kan gedeblokkeerd als uitvaartondernemer factuur stuurt. Aha, licht in zicht. Wachten dus. Uitvaarondernemer gebeld. Zit te wachten op factuur crematorium. Iedereen wacht op iedereen. Factuur uitvaartondernemer valt net binnen. Zaak loopt nog. Steenhouwer is nog steeds niet toegekomen aan het graveren van één regeltje tekst op de grafsteen (duurt al twee maanden) en terugplaatsen van steen op het graf.

Nu denkt u misschien: valt wel mee. Maar de scootmobielophaler kan alleen op dagen dat jij niet kan omdat je dan werkt; het zorgteam van de instelling wil het bed van je vader al weg laten halen voordat de crematie achter de rug is. Daar moet je dus vierkant voor gaan liggen, met andere zaken zijn ze ook niet zo vlot. Natuurmonumenten stuurt gewoon weer een nieuwe ledenpas voor 2011 want kennelijk stond het abonnement formeel op moeders en niet op vaders naam. ING en minstens drie andere instanties sturen post nog gewoon naar het oude huis van partners moeder, terwijl ze allemaal geïnformeerd zijn en het huis inmiddels een andere huurder heeft.

We zijn er nog niet klaar mee, maar hebben net even een korte break gehad in Twente. Daar kunnen ze hun zaken gelukkig nog prima regelen hebben we gemerkt.

maandag 8 november 2010

Beth

Gisteravond ging Peter R. de Vries met Beth Holloway op bezoek bij Joran. In de Castro Castro-bajes in Lima. Vorige week zagen we het eerste deel van dit televisiedrama. Ik heb Peter R. normaal redelijk hoog zitten. Niet zozeer omdat hij kwaliteitstelevisie levert, maar omdat hij zich als een terriër vastbijt in zaken die ons rechtsgevoel aantasten. Vaak met succes.

Gisteren ging hij te ver. De interviewfragmentjes met Beth waren zwak. Het leek me dat zij vijf jaar nadat haar dochter verdween nog steeds in shock was. Ze kwam moeilijk uit haar woorden, leek op sommige vragen eigenlijk geen antwoord te hebben, maar ze probeerde Peter R. ter wille te zijn. Dat leverde treurige tv op. Arme Beth, steeds maar weer die open deuren van Peter tegenkomen, niet weten hoe je het nu weer moet formuleren, want alles is al gezegd (al duizenden keren) en toch proberen weer een paar zinnige zinnen aan het verhaal toe te voegen. Dat lukte niet.


Het bezoekje aan de gevangenis en de ontmoeting met Joran leverde even wat spanning, maar de confrontatie liep totaal mis en Beth – die zich zo dapper had voorgenomen Joran fiks aan de tand te voelen – bleek niet in staat haar rol goed te spelen. Dat kun je haar niet kwalijk nemen. Het is een bekend verschijnsel. Je bereidt je voor op een stevig gesprek – een sollicitatiegesprek, een slechtnieuwsgesprek, een gesprek met je partner over je ergernissen binnen de relatie – je weet wat je gaat zeggen en als het zover is blijk je een heel ander gesprek te voeren. Je verandert in een hakkelende stumper die geen twee woorden recht kan breien. Zoiets speelde zich af tussen Beth en Joran in de directiekamer van de bajes.

En dat zendt Peter R. dus ook helemaal uit. Het had hem gesierd als hij nog wat meer in zijn materiaal had geknipt en de boel in de studio beter had toegelicht. Zonder de cliffhangers, het gebral en de niet-ingeloste verwachtingen bij de kijker.
Kijk en huiver op http://www.peterrdevries.nl/programma-gemist/

maandag 1 november 2010

Mama

(De moeder van Henriët woont in een zorgappartement. Ze heeft Parkinson en haar werkgeheugen en kortetermijngeheugen zijn aangetast. Vorige maand overleed haar man. Dat kan ze maar moeilijk onthouden. Ze is regelmatig even ‘de weg kwijt’.)

Vrijdagmiddag drie uur. De telefoon gaat.
“Hallo, met Henriët.”
Bijna fluisterend: “Met mama.”
H: “Hoi, hoe gaat het vandaag?”
M (heel zachtjes en langzaam): “Wat moet ik nou doen? Ik kom hier net binnen en er is helemaal niemand, wat moet ik nou doen?”
H: “Ben je bij de kapper geweest?”
M: “Ja, ik kom net terug, maar er is helemaal niemand. Ik weet niet wat ik nou moet doen.”
H: “Ga lekker even zitten. Ben je voor een permanent geweest?”
M: “Nee, voor een watergolf. Of nee, toch een permanent. Ik heb een bonnetje gekregen want ik had geen geld bij me. Het was 59 euro.”
H: “Er zat geld in je portemonneetje.”
M: “Oh, maar ik had geen tas bij me.”
H: “Nee, als je geen tas bij je hebt, dan heb je ook geen geld. Leg het bonnetje maar op tafel bij de post.”
M: “Nee, ik leg het op de televisietafel. Daar ligt een groene presse papier van papa. Daar leg ik het onder.”
H: “Oké dan. Heb je al thee op?”
M: “Nee.”
H: “Dan ga je lekker een kopje thee zetten en je krantje lezen, of de Libelle.”
M: “Ik moet de krant nog halen. Dat kan ik wel even doen.”
H: “Dan zet je vast theewater op in de waterkoker en ga je intussen de krant halen.” (Zodra ze het zegt weet ze dat het te moeilijk is.)
M: “Ik kan toch niet weglopen als de waterkoker aanstaat?” (Precies!)
H: “Ga dan eerst de krant halen en dan zet je thee als je terugkomt.”

Kwart voor vier. De telefoon.
H (op vriendelijke toon): “Hallo, daar ben je weer.”
M: “Daar ben ik weer.”
H: “Heb je al een kopje thee?”
M: “Nee, ik wilde je even zeggen wat voor post er is. Maar ik maak ze niet open.”
H: “Laat maar horen.”
M: “Even m’n bril opzetten. Een brief voor mij van de belastingdienst. En een brief van de Sociale Verzekeringsbank, ook voor mij. En een van de zorgpremie, ook voor mij. Maar ik maak ze niet open hoor.”
H: “Dat is goed, leg ze maar op tafel, dan zie ik het woensdag wel.”
M: “Kom je pas woensdag? Da’s nog bijna een hele week.”
H: “Nou, dat valt wel mee. Het is vandaag vrijdag en ik ben gisteren geweest én eergisteren.”
M: “Kom je morgen dan?”
H: “Nee, morgen kom ik niet. Ik kom één keer in de week, soms twee keer. Morgen niet. Dan heb je een rustig dagje alleen.”
M: “Oh, nou ik zal het wel redden. Moeten we zondag naar Hanna?”
H: “Nee, Hanna komt zondag naar u. Volgende week gaan we allemaal naar Hanna.”
M: “Dus je komt vandaag ook niet meer? Ik heb wel boodschappen nodig.”
H: “Ik heb boodschappen gehaald. Er is brood, boter en beleg, er is koffie, thee en melk en er zijn koekjes. Alles wat je de komende dagen nodig hebt, is er.” (Warm eten doet ze in het restaurant.)
M: “Maar de bloemen moeten weggegooid.”
H: “Dat kan je nog wel zelf. Daar kan ik niet speciaal voor komen van Tilburg naar Etten.”
M: “Nee, dat is ook zo.”
H: “Ga maar lekker een kopje thee zetten en een beetje lezen.”
M: “Dus je komt niet?”
H: “Nee, ik kom nu niet. Ik moet soms ook nog wat andere dingen doen. Ik ben de vloer aan het doen en Paul is aan het schilderen. Elke dag komen gaat natuurlijk niet.”
M: “Nee lieverd, dat snap ik wel. Ik wil je niet dwingen. Sorry dat ik je gestoord heb.”
H: “Je stoort niet hoor. Je mag altijd bellen, zomaar voor een praatje of als je het even niet meer weet. Al is het tien keer per dag. We zijn er natuurlijk niet altijd, maar dat merk je dan wel. Bel maar hoor, ik ben tenslotte je dochter.”
M: “Oké, dan ga ik nu maar thee zetten. We bellen wel hoor. Bel je me vanavond anders nog even?”
H: “Dat is goed, ik bel vanavond nog even.”
M: “Daaag, sorry voor het storen.”
H: “Je stoort niet hoor. Daaag! Tot vanavond.”