donderdag 12 april 2012

K*tzooi!!

Foto: Hedwig Suurmeijer
Zo rond acht uur ’s avonds brengen wij mama op tweede paasdag weer naar het verzorgingshuis waar zij sinds januari een kamer in een woongroep heeft. Ze heeft de dag gezellig bij ons doorgebracht. Wij zijn redelijk gesloopt aan het eind van de dag, niet in de laatste plaats omdat er nog meer bezoek was, we niet naar buiten konden vanwege het weer en mama nogal wat hulp nodig heeft bij (bijna) alles. En, laat ik maar eerlijk zijn, we zijn ook geen dertig meer.
Mama had wel zin in zo dagje bij haar dochter en schoonzoon."Ik wil er wel eens even uit; ik zit hier maar hele dagen tussen al die mensen die allemaal wat mankeren." Nou, er wordt behoorlijk wat voor haar georganiseerd, dus eigenlijk heeft ze niet zoveel te klagen. Er is de muziekochtend, de gymochtend, de kapper, de vrijwilligster, de gezelschapsdame tweemaal per week, de dochter (moi) die elke woensdag haar zorgding doet, de andere kinderen die regelmatig opdraven, de braderieën, de optredens, etc. etc. Dat alles om haar van de straat te houden. Maar als je geen kortetermijngeheugen meer hebt, dan is het net of er nooit wat leuks voor je is. Daar worden wij af en toe nogal moe van – understatement.
Enfin, moedertje terug naar huis dus. De zorgdames roepen al van verre "Aah, daar is mevrouw S. Ziet u wel meneer B, mevrouw S is ook alweer terug." Inderdaad, de groep is weer compleet; alle families hebben hun verloren schapen weer afgeleverd. In de gezamenlijke woonkamer zitten twee rolstoelers. Terwijl ik nog wat kleine dingen regel, staat mijn partner in de deuropening geduldig te luisteren naar een van de bewoners: "Jaha, je moet weten, ’s middags en dan kun je dat maar beter niet doen, u bent er toch weer, u en die… ehhh, nou ja, zo is het toch, en dan Becel ..." en woorden van gelijke strekking, waarop partner met een stalen smoel gevat insteekt: "Ah, Becel. Dus geen Blue Band?" Waarna de krantlezende meneer in de rolstoel het gebabbel van zijn medebewoonster helemaal kotsbeu is en ons toevoegt: "Godverse kutzooi, kutzooi, godverdomme. Kutzooi, kutzooi, godverse kutzooi." Waarop mijn partner verzucht: "En dat is het."
Nadat wij mama veilig in haar kamer hebben geïnstalleerd met een kopje koffie en de deur dicht tegen de schuttingtaal, verlaten wij met enige opluchting haar Alzheimer- en Gilles de la Tourettecollega’s die nog even doorpruttelen in de woonkamer. Wat een ***zooi!