donderdag 8 maart 2012

Koffie

De lekkerste koffie drink je thuis. En daarmee is eigenlijk alles gezegd, ware het niet dat ik er toch even over wil doorzeuren. Mijn eerste Starbucks dronk ik in 2006 in Sydney. Een achterlijk grote kop slap bocht met een supersize chocolate chip cookie. Het cookie stal de show. Daarna heeft er nooit meer een Starbucks toegang tot mijn slokdarm gehad. In de meeste restaurants, eetcafés, instellingen, buurtcentra en andere koffieschenkgelegenheden is het verdrietig gesteld met het bakkie pleur. Glimmende, indrukwekkende machines geven een ondefinieerbaar bruinig goedje af dat nergens naar smaakt. De cappuccinovariant waar ik meestal voor ga is van een nog grotere treurigheid, maar ik trap er steeds weer in.

Ik vond het altijd nogal sneue types, de koffiedrinkers bij Albert Heijn. Bij de koffietap vind je de lokale zwerver en – zo zag ik dat – de zuinige mededorpeling die het niet kan laten op kosten van een ander snel een kopje koffie te scoren. Zoals ik ook altijd wat meewarig gadesla hoe mensen de uitstallinkjes kaasblokjes en worst te grazen nemen.
Totdat mijn huisband en ik na een lange middag gedoe buitenshuis nog even de avondmaaltijd bij elkaar moesten scharrelen bij Appie H. En wat hadden we een zin in koffie. Met enige schroom tapten we allebei een bekertje koffie uit het niet al te ingewikkelde apparaat (keuze: espresso of café crème). En Jezus, wat een LEK-KE-RE koffie! Of het aan de koffie ligt of aan het apparaat kan ik helaas niet zeggen, maar ik raad elk café, restaurant, zorgcentrum en buurthuis aan hun glanzende, peperdure, onderhoudsintensieve apparatuur eruit te gooien en over te stappen op de AH-configuratie. Als u dan voor mij een beetje melk pimpt met een opschuimertje van Blokker of de Hema (dubbeltjeswerk qua aanschaf) dan ben ik ook weer tevreden. En u begrijpt het: tegenwoordig kunt u mij zomaar bij Albert Heijn tegenkomen met een bekertje koffie op mijn winkelwagen. (Af en toe, want ik vind het nog steeds een beetje lullig.) Sneu type!